Ruim een jaar na nieuws over een onderzoek naar vermeend grensoverschrijdend gedrag van Khadija Arib en haar zelfverkozen vertrek uit de Kamer, komt het rapport met als meest opvallende concrete misstap: herhaaldelijk "spreken met stemverheffing". Een grotere anticlimax na de enorme misbaar over 'haar gedrag' en over het onderzoek daarnaar is bijna niet te verzinnen.
De voornaamste conclusie over onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag lijkt me dan ook, dat gedrag en gevoel over gedrag van anderen zich slecht laten objectiveren.
En dat de huidige procedure niet toereikend is voor deze opheftijd.
Iedereen kent wel een bullebakbaas of -collega, maar als het in de publieke opinie om Arib gaat is 'alles oké' en moeten 'medewerkers zich niet zo aanstellen'.
Het is een oordeel door een niet-betrokken en slecht geïnformeerde buitenwereld, die gewend is ieder stuk rood ophefvlees gretig te consumeren. Feiten doen er niet meer toe, iedereen heeft direct zijn mening en oordeel klaar. Het doet het er niet meer toe of er daadwerkelijk onwenselijk gedrag was, of er iets in de organisatie kan verbeteren, of toekomstige gevallen weer kunnen optreden.
Bazige bully's
Maar waarom zou het in de Tweede Kamer anders gaan dan bij andere organisaties? Want nogmaals, iedereen kent wel zo’n zuiger, zo’n eikel die op je werk of bij de vereniging het bloed onder je nagels vandaan weet te halen. Géén grote dingen natuurlijk, niet fysieke mishandeling of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat is in de meeste gezonde bedrijven meteen reden tot ontslag. Nee, de betreffende collega gaat over de schreef door een optelsom van kleine pesterijtjes.
Iedereen kent ze, de bazige bully’s. Als je geluk hebt ben jij niet hun slachtoffer, maar zie je wel hoe jouw collega er aan onderdoor gaat. Hun gedrag wordt vaak goedgepraat door de resultaten die ze leveren: ‘You can’t make an omelet without breaking a few eggs.’
…en ‘hij/zij is misschien wel een lūl, maar kijk eens hoe orde op zaken wordt gesteld en hij/zij ander verwerpelijk gedrag kort houdt en afkapt’. ‘Waar gehakt wordt vallen nu eenmaal spaanders.’ Ja, zolang een ander slachtoffer is, is het makkelijk relativeren.
Beeldvorming
In een tijd waarin (o.a.) politiek meer om beeldvorming gaat dan om inhoud, waarin de taakopvatting van Kamerleden voor de meeste Nederlanders is vervaagd tot ‘ze moeten mijn mening laten horen’, waarin sommige Kamerleden en bewindspersonen zelf zijn gaan geloven dat dát hun werk is:
Trias Politica overstijgend je tegen alles aanbemoeien omdat de ophef van de dag dicteert dat je daar iets van moet vinden.
Het verontrustende is dat Kamerleden ook nog eens een keer met hun macht in geval van incompetent gebruik daarvan flinke brokken kúnnen maken, als ze hun zin maar luid genoeg doordrijven. (#toeslagenschandaal)
Dus in een tijd van beeldvorming, waar de hardste schreeuwer gelijk krijgt, is de vrij recentelijk opgezette onderzoeksmethode naar grensoverschrijdend e.d. nu al toe aan drastische verbetering.
Het begon al met de beeldvorming dat Vera Bergkamp de enige was die een onderzoek wilde instellen, terwijl dit door het voltallige presidium (incl. PVV) werd gedragen.
Pettenscheiding
Dit gebeurt vaker tegenwoordig, opvallend genoeg bij bewindspersonen en medewerkers die taak en opdracht wél duidelijk gescheiden kunnen houden van persoonlijke opvatting of mening. Ze staan er vanuit hun verantwoordelijkheid en verkondigen een impopulair standpunt dat door hun …presidium …kabinet …partij …afdeling is ingenomen.
Het is ook hun taak als voorzitter of vertegenwoordiger of woordvoerder óm dit te verkondigen. Bij scheiding van petten doet hun persoonlijke mening er op dat moment helemaal niet toe. Dát is een discussie die daarvoor heeft plaatsgevonden en waarbij toen de kans was om het besluit te beïnvloeden.
Dus daar sta je dan, in de vuurlinie van boze toehoorders, een rotmaatregel te verkondigen. ‘Niet de leukste kant van je werk, maar het hoort erbij.’ zie je ze denken.
Je zag het bij Hugo de Jonge tijdens corona, bij Kaag over bezuinigingen, bij Van der Wal over stikstof, bij Van der Burg over opvang: Zij stonden voor hun opdracht, en hun persoonlijke mening weten we eigenlijk maar weinig van.
En zo zagen we dat bij Bergkamp over het onderzoek naar vermeend grensoverschrijdend gedrag door Arib.
Eén mond
Een professional spreekt met één mond, en vertegenwoordigt het groepsstandpunt. Het was dan ook niet de houding van Bergkamp die de dolkstootlegende van Arib succesvol maakte, maar de houding van de andere presidiumleden die zich vaag of niet uitlieten over hun eigen besluit, of zelfs olie op het vuur gooiden.
De seconde nadat bleek dat Arib veel effectiever was in het bespelen van de beeldvorming, dan dat het publiek inzag dat vermeend grensoverschrijdend gedrag onderzocht dient te worden, deed bijna het voltallige presidium een Mona Keijzertje en speelden ze de vermoorde onschuld.
Het proces werd ook meteen vertroebeld omdat succesvol twijfel werd gezaaid over het onderzoeksbureau Hoffmann. Het proces wás al niet sterk omdat er te lang onduidelijkheid was over klagers en klachten. Deze onduidelijkheid is volledig uitgemolken door beschuldigde partij en ik denk dat ieder ander die beschuldigd wordt exact hetzelfde zou doen. Dat is dus iets wat ik een Arib niet kwalijk kan nemen. Bijna niemand gaat lijdzaam toekijken hoe hij/zij naar de slachtbank wordt gestuurd, zeker niet als je toch al een straatvechter was.
'Voorbij gaan aan onschuldpresumptie' en 'geen waarheidsvinding willen doen' zijn twee kanten van dezelfde medaille.
Zij heeft lang geweigerd om de beschuldigingen in te zien of wederhoor te geven, en geëist dat namen en rugnummers van klagers publiekelijk zouden worden gemaakt, omdat ze anders ‘geen idee kon hebben waar het over ging’. Slim, want wederom succesvol voor de publieke opinie.
Deze zweem van onschuld bleef ook de boventoon voeren, welke ontboezemingen en concrete voorbeelden er in de dagen daarna ook in de media verschenen.
Wie het hardst schreeuwt krijgt gelijk.
En zo wordt het eindrapport van de onderzoekscommissie met hoongelach ontvangen. Misschien zelfs wel terecht, maar in ieder geval begrijpelijk.
Omdat maar weinig objectief vastgesteld kon worden over vermeend grensoverschrijdend gedrag, omdat klagers en onderzoeksbureau succesvol bezoedeld zijn, is Arib de morele overwinnaar. Maar ik zie vooral verliezers. Waarbij ‘vertrouwen’ het grootste slachtoffer is geworden.
Ja, waarheidsvinding, gerechtigheid en genoegdoening doen er toe. Zéker ook voor Khadija Arib. Je moet vraagtekens zetten bij de mate van incasseringsvermogen en weerbaarheid van medewerkers, zéker als hun bazen in een publieke slangenkuil optreden.
Maar let op, de volgende stap is alsnog een schuldige te vinden. In strijd om ‘gerechtigheid’ moet nog een slachtoffer vallen. Als we niet uitkijken is dat onze democratie, die bestaat bij de gratie van vertrouwen in het systeem.
Wie wint er dan?
Comments